op Bookreview

Het voeden van de stad is een even vanzelfsprekende als indrukwekkende taak. In Hungry City (2008) bekijkt architect Carolyn Steel dit fenomeen vanuit verschillende invalshoeken, van de voedselkilometers van het oude Rome tot de macht van de moderne levensmiddelenketens, van de opkomst van de spoorwegen tot de obesitas-epidemie, van streekproducten tot Peak Oil.

Wat kunnen de Nederlandse steden hiervan leren?

Boek door Carolyn SteelTen eerste dat de geïsoleerde stad met een voedselproducerend ommeland al eeuwen niet meer bestaat. De voedselvoorziening voltrekt zich op wereldschaal. Toen het Amerikaanse graan halverwege de negentiende eeuw door schepen en treinen Europa kon bereiken, stortte hier de landbouw in en ging men massaal over op intensieve veeteelt, met behulp van datzelfde graan als veevoer. De spoorwegen hielpen in Londen verse zuivel en vlees de groeiende metropool in te krijgen. Schaalvergroting in de voedingsindustrie heeft ertoe geleid dat tegenwoordig het meeste voedsel via 10 multinationals op ons bord komt. Eén van de snelst groeiende sectoren is echter de streekproducten (al dan niet biologisch), waarvan we beter weten waar het vandaan komt en dat het goed smaakt. Met de opzet van tijdelijke boerenmarkten en voedselstrategieën – in samenwerking met omliggende gemeenten – spelen veel steden in op deze trend.

Ten tweede dat de verkoop van voedsel aan de consument aan enorme veranderingen onderhevig is. De traditionele straatmarkt werd gehouden waar de grootste mensenstromen samenkomen. De centrale markthal werd al afhankelijker van de aanvoerende infrastructuur, terwijl de nieuwste megasupermarkten en distributiecentra steevast langs snelwegen aan de stadsrand zijn gelegen. Het is slechts anderhalve eeuw geleden dat in Londen de slagers en kruidenierswinkels opkwamen, nu worden die winkels op de typische High Streets alweer met sluiting bedreigd door de supermarktketens, die steeds vaker compacte vestigingen in de stadscentra openen (Tesco Metro). In Nederland neemt online-boodschappen doen een hoge vlucht, waardoor de supermarkt om de hoek, zoals we die nu kennen, straks wellicht verdwijnt of een andere focus krijgt. In Londen is de High Street alweer aan het terugvechten, geholpen door het High Street project van het planningsbureau van de Mayor.

Uit Hungry City blijkt dat op al deze trends valt te sturen door de stad. In Nederland wordt van deze mogelijkheden nog te weinig gebruik gemaakt,

  • bijvoorbeeld door de opzet van voedselknooppunten. Burgemeester Livingstone van Londen startte hiermee in 2006 en in de laatste jaren zijn er business plans en andere uitwerkingen doorgevoerd. Het idee achter de knooppunten is om de voedselvoorziening van Londen in kaart te brengen en méér regionaal geproduceerd voedsel de hoofdstad binnen te loodsen via deze speciale groothandels.
  • Ook de bescherming van de lokale detailhandel en restaurants, door grote ketens te weren, kan succesvol werken. Dit beleid wordt al jaren in bijvoorbeeld Ljubljana en Parijs gevoerd. Tegelijkertijd kunnen grenzen gesteld worden aan winkeloppervlaktes.
  • Ook zijn markthallen en gastronomische clusters een mogelijke strategie voor stadsvernieuwing (Covent Garden Market – Londen, Faneuil Hall – Boston), of kan er zelfs sprake zijn van voedseltoerisme (South Street Seaport – New York, Harbour Place – Baltimore, Borough Market – Londen). De markt, als publiek-private hybride, blijkt de tijd goed te kunnen doorstaan en komt in nieuwe vormen terug in het straatbeeld.
Foto door Clarence Saunders

Piggly Wiggly – de eerste zelfbedieningswinkel, geopend in 1916 door Clarence Saunders, in Memphis Tennessee