Als érgens de relatie tussen voedselmarkt, stad, macht en cultuur duidelijk wordt, dan is het wel in Athene. Toen we in Nederland nog in berenvellen rondliepen werd op de Atheense markt al de democratie uitgevonden, theater gemaakt en regels voor eerlijke handel opgesteld. Ook werd er driftig op los gefilosofeerd. Hoog tijd voor een bezoekje.
Wat gebeurde er op de Griekse agora?
Welke rol speelt de markt in het moderne Athene en wat betekent de recente economische crisis voor de Griekse voedselvoorziening?
En (prangende vraag) waarom lopen vrijwel alle Grieken met een Frappé (ijskoffie) over straat?
Bakermat
De agora was het hart van de Griekse stadstaat. Naast de voedselvoorziening en handel in agrarische producten zoals olijfolie ontstonden op dit plein langzamerhand allerlei maatschappelijke instituties en voorzieningen, van tempels tot gevangenis en badhuis. Ook het aantal stoa’s (de overdekte winkelcentra van de oudheid) werd rap uitgebreid. De stadstaat groeide hard en vanwege de steeds complexere samenleving met allerlei tegengestelde belangen ontstond behoefte aan een nieuw soort bestuur, de Atheense democratie. Het was echter geen toeval dat juist op deze plek van de vrije handel ook het vrije denken (filosofie, theater) en de democratie ontstonden.
Een korte tour over de Griekse agora:
De winkels (stoa’s of emporion genoemd) bevonden zich met name in de schaduw onder de colonnades (kleur rood). Aan de westkant lagen meer tempels (20, 22, 24) en instituties van democratie en rechtspraak (18, 25). Een klein rond gebouwtje (16) was essentieel: hierin zaten vertegenwoordigers van 10 stammen, die samen de handel en de ordehandhaving coördineerden. Ze aten en sliepen hier ook regelmatig, zodat er altijd beslissingen konden worden genomen. De agora bood plaats aan sportwedstrijden en cultuur, eerst het Dionysus-theater, later het Romeinse Odeion theater (12). Vele filosofen hadden gesprekken en klasjes op de markt. Omdat de stad maar bleef groeien, werd door de Romeinen verderop een nieuwe agora aangelegd, o.a. voor de oliehandel.
William Dibble deed in 2010 archeologisch onderzoek naar de Voedselvoorziening en de bijbehorende Lifestyle van het oude Athene. Hij komt tot de conclusie dat tijdens de ontwikkeling van Athene de opslag van voedsel in huis steeds minder belangrijk werd, omdat het netwerk van de voedselvoorziening – inclusief havens en marktplaatsen – op den duur voor continue aanvoer zorgde, vergelijkbaar met onze moderne situatie. Voor de voedselzekerheid werden zelfs hoge muren gebouwd aan weerszijden van de weg naar de havenstad Piraeus. Zo werd een meer stedelijke lifestyle mogelijk met een rijke en diverse voedselcultuur, wat blijkt uit het teruggevonden servies.
Het moderne centrum van Athene heeft de vorm van een strakke driehoek. De oude agora met de concentratie van toeristen ligt aan de basis (Monastiraki). Aan de linkerpunt een uitgaanscentrum, bij de oude gasfabriek; aan de rechterpunt het parlement met een voorplein (Syntagma) en aan de top het grootste stadsplein (Omonia). Precies in het midden van de driehoek ligt de markthal, als centraal en verbindend element. Voedselvoorziening, politiek en cultuur hebben dus nog steeds een sterke samenhang in de structuur van de stad, maar vallen niet meer samen op dezelfde locatie, zoals in de Oudheid.
De schuldencrisis heeft hier de laatste jaren zijn sporen nagelaten. Democratie was enkele jaren geleden ver te zoeken in Athene, de banken moesten worden gered met het geld van de belastingbetaler. Op Syntagma en Omonia vonden grote protesten plaats en Omonia verviel tot een no-go area van verslaafden en extreem rechtse activisten. Dat is inmiddels weer veel beter en in de stad heerst nu meer gelatenheid en constructiviteit dan protest. Toch is de schade goed zichtbaar. Aan de Athinas, de centrale stadsboulevard, werden statige winkelpanden omgebouwd tot winkels voor bouwmaterialen, €1,99 shops en grasmaaier-dealers.
De markthal bleef een baken van nationale gastronomie, nog altijd de beste plek voor olijven, olie, feta, kruiden, schapenvlees en sardines. De hal is een ingenieus blok met verschillende ingangen, waarbij de vleeshal om de vishal is heen gebouwd. De versheid staat centraal, karkassen worden ter plekke gekliefd en overal wordt driftig op hakblokken gehakt. Tegenover deze hallen ligt een complex van kramen voor groenten, fruit, olijven en andere verse waren. Tegenwoordig kan niet iedereen zich al die waren nog permitteren, want honderdduizenden Grieken komen door werkeloosheid maar nauwelijks rond, schrijft Deutsche Welle. Veel gezinnen en jonge mensen in Athene leven momenteel noodgedwongen op het pensioen van opa en oma. Of ze krijgen vlees, vis en olijfolie van kennissen op het platteland, omdat het op de markt niet meer te betalen is.
De crisis dwingt veel Grieken om een andere lifestyle aan te nemen. Tijdens de bloeiperiode van de Oudheid ontstond de stedelijke voedselcultuur van overvloed. Nu is er juist een beweging richting het platteland en stadslandbouw. Er is een ware revolutie gaande onder jongeren die stukjes grond in cultuur brengen en zelf hun voedsel verbouwen. Hieronder enkele voorbeelden:
Greeks reclaim the land to ease the pain of economic austerity
Greek crisis forces thousands of Athenians into rural migration
Frappé
Of je nu politicus bent, pizzabezorger of bouwvakker, in Athene loop (of rijdt) je met een ijskoffie over straat, in een doorzichtige beker met een rietje. Bij nader onderzoek blijkt het te gaan om een Griekse Frappé, iets heel anders dan de kleffe Starbucks Frappuccino of andere koude koffie waar een bol slagroom in drijft. Frappé werd in 1957 per ongeluk uitgevonden op de International Trade Fair in Thessaloniki door Dimitris Vakondios. Zijn bedrijf Nestlé demonstreerde er een nieuwe choco-shake voor kinderen. Vakondios wilde in zijn pauze graag zijn gebruikelijke oploskoffie drinken. Bij gebrek aan heet water gooide hij koud water met ijsblokjes en koffie in de shaker (met melk kan ook). Het is nog altijd één van de populairste drankjes in Griekenland en Cyprus en wordt nog steeds door Nestlé gemaakt.
Nanette
Erg interessant artikel. Ik wist niet dat ze in die tijd al met oliehandel bezig waren. Dacht dat het iets was dat in de 19de eeuw was begonnen.
Merten Nefs
Dankjewel Nanette. Ik denk dat het in het oude Athene vooral om olijfolie e.d. ging;)