op Bookreview, Trends Nederland, Voedselstromen

Het westen van Nederland is niet alleen één van de dichtstbevolkte gebieden ter wereld, maar produceert tegelijkertijd ook een tophoeveelheid voedsel, met name melkproducten. Dit is interessant voor de regio als speler op de wereldmarkt en biedt tevens kansen voor de groeiende lokale markt van streekproducten. Of deze kansen verzilverd kunnen worden is de vraag, want het veenweidegebied – het typisch Hollandse landschap van gras en koeien – staat voor enkele belangrijke uitdagingen, waaronder vergrijzing, het inklinken van het veen (soms wel 2 cm per jaar), nieuw beleid, ruimtedruk en het agrarische verdienmodel (intensieve veehouderij, extensief biologisch, combinatie met diensten etc.).

Welke cruciale keuzes komen er binnenkort aan? Wordt het ommeland van de stad straks gebruikt voor grootschalige voedselproductie, recreatie of wordt het multifunctioneel?

Kaasboerderij Van Veen, Zoeterwoude (stal). Foto: Merten Nefs

Kaasboerderij Van Veen, Zoeterwoude (kaasmakerij). Foto: Merten Nefs

De drassige veenweiden in het hart van onze Randstad hebben sinds de ontginning in de late Middeleeuwen een sterke relatie gehad met de ontwikkeling van de Hollandse steden, nu eens als agrarisch pioniersgebied, dan weer als leverancier van brandstof (turf), vlees, melk en kaas. Tegenwoordig is het platteland ook erg in trek als recreatiegebied. Volgens onderzoek van Alterra is het platteland sinds 2012 zelfs populairder dan het bos. Naast de recreatie wordt de landbouw ook steeds intensiever en grootschaliger. Recent onderzoek geeft aan dat er in de Veenweidegebieden heel wat gaat veranderen (Vereniging Deltametropool, 2014, zie onder). Wat kunnen we hieruit leren over de voedselvoorziening van de Randstad?
Welke functies zullen in de toekomst het platteland nabij de grote steden gaan domineren? Voedselvoorziening, recreatie of wordt het ommeland multifunctioneel?

Schaalvergroting of streekproductie?
Door de zompige bodem is het veenweidegebied vooral geschikt voor veeteelt. Het is momenteel aantrekkelijk om meer melk te produceren, omdat de prijs op de wereldmarkt sterk is gestegen door het groeiend aantal melkdrinkers in China. Het landbouwbeleid van de EU biedt daar incentives voor door het afschaffen van het melkquotum per 2015  (er mogen dus meer koeien worden gehouden) en het langzaamaan afbouwen van subsidies (boeren moeten dus meer concurrerend worden). De grens ligt in feite bij de mest: een boer moet genoeg grond hebben om de mest op uit te rijden. Er zijn ook geluiden tegen schaalvergroting van de melkproductie te horen:

“Waarom moet precies tussen Delft en Rotterdam, waar we ons best doen om voor de leefbaarheid een stukje groen open te houden, met Braziliaanse soja in megastallen melk worden geproduceerd voor China? Kan dat niet ergens anders?”
– activist en politicus in Midden-Delfland

metropoollandbouw

3 mogelijke modellen voor metropoollandbouw op 50 hectare in het veenweidegebied (Vereniging Deltametropool)

Zijn cultuurhistorie en natuur (weidevogels) niet ook heel belangrijk voor Nederland? Bovendien is er een groeiende behoefte aan plattelandsdiensten, zoals zorg, educatie, recreatie, horeca en streekproducten. Moet dat niet voorrang krijgen in de buurt van de stad? Daarentegen hoeven schaalvergroting en levering van diensten elkaar niet per se uit te sluiten. En grootschalige landbouw kan ook samengaan met natuurbeheer. Al deze activiteiten zullen waarschijnlijk deel uitmaken van de toekomstige mix in het veenweidegebied van de Deltametropool.

“Het is hier geen kwestie van óf schaalvergroting óf streekproducten en diensten. We doen het hier allemaal naast elkaar. De vraag is waar elk van die boerenbedrijven het beste terecht kan komen.”
– melkveehouder in Zoeterwoude

“In sommige gebieden is de ‘grondhonger’ vanuit het platteland al zo groot en tegelijkertijd de verstedelijking door de crisis zo traag, dat je bijna zou kunnen voorstellen dat slecht lopende bedrijventerreinen langs de snelweg weer worden omgeploegd.”
– architect

Veenweidegebieden van de Deltametropool

Veenweidegebieden van de Deltametropool – vijf polder cases

Vraag en aanbod
Voordat streekproducten echt een goed verdienmodel worden voor boeren nabij de steden, moet er nog heel wat gebeuren. Veel lokaal geproduceerd en verkocht voedsel heeft nog een hobbymatig karakter. Naast de gebruikelijke bedrijfsvoering maakt een boer of boerin er wat honing bij of verkoopt wat kaas aan huis. De volgende generatie boeren, opgeleid met technologie en bedrijfskunde,  kijkt hier waarschijnlijk heel anders tegenaan. Streekproducten zullen geprofessionaliseerd worden, er wordt minder op het eigen erf aangerommeld en er wordt meer in coöperatieverband gewerkt. In het veenweidegebied is die tendens al zichtbaar door o.a. boeren kaasmerken, automatische melk taps voor voorbijgangers en streekvoedselroutes. Ook in de distributiekanalen valt nog heel veel te verbeteren:

“Vraag en aanbod van streekproducten sluit vaak nog onvoldoende op elkaar aan. Soms houdt de productie de vraag niet bij, soms ontbreekt zichtbaarheid of branding. […] In de nieuwe Rotterdamse markthal komt straks een grote kraam met producten uit het ommeland.”
– lid van de Regionale FoodCouncil Rotterdam

In het buitenland is er soms al meer ervaring met het afstemmen van vraag en aanbod van local food, zoals bij Le Ruche que Dit Oui  met meer dan 500 deelnemende producenten in Frankrijk.

Kringlopen sluiten
Het veenweidegebied was in de middeleeuwen al bij uitstek de plek waar vee naartoe werd gebracht om met het voedselrijke gras vetgemest te worden. Uit de bierbrouwerijen aan de rand van de hollandse steden kregen de koeien ook bierbostel te eten, een restproduct van het brouwproces. Hierna konden ze naar de markt. Vandaag de dag is de Heinekenbrouwerij in Zoeterwoude opnieuw op zoek naar het sluiten van kringlopen. Algen en bierbostel worden geleverd aan melkveehouderijen en biogas en mest uit de stal zullen in de toekomst teruggeleverd worden voor de energievoorziening. Voor de optimale kringloop moet de koe wel binnen staan. Dit schijnt de koe zelf erg prettig te vinden, maar de recreant ziet tijdens het metropolitane fietstochtje steeds minder vaak koeien in de wei staan, dat oudhollandse plaatje.
Toch ligt de toekomst van het veenweidegebied in de rol die het kan vervullen voor de stedeling. Gebieden als Midden-Delfland zijn inmiddels zo door de stad ingesloten, dat het vanuit de lucht een Central Park lijkt. Net als in New York kunnen we er dan terecht voor ontspanning, een hapje en drankje en sport. En zodra China zijn eigen melk op orde heeft en de streekproducten zijn opgeschaald, is de nabijgelegen stad weer boer’s beste klant.

 

Publicatie_Veenweidegebied-van-de-DeltametropoolDebat en publicatie
Vereniging Deltametropool organiseerde over dit onderwerp met DS landschapsarchitecten en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vijf workshops met boeren, burgers, buitenlui en experts, op locatie in veenweidegebieden van de Randstad. De resultaten en de publicatie worden 27 juni gepresenteerd.Lees meer over voedselproductie, cultuurhistorie, recreatie en natuurbeheer van de toekomst in de publicatie Veenweidegebied van de Deltametropool, vers van de pers en gratis te downloaden.

Of schrijf je gratis in voor de debatbijeenkomst over de toekomst van het Veenweidegebied van de Deltametropool, in Amersfoort op 27 juni. Deze bijeenkomst wordt georganiseerd door Vereniging Deltametropool, DS landschapsarchitecten en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Download hieronder de FactSheets over de immense verandering van de Nederlandse landbouw sinds de jaren 50, de relatie tussen het Europees Landbouwbeleid en de Nederlandse Ruimtelijke Ordening, de mogelijkheden voor Metropoollandbouw in het Veenweidegebied, én hoe men op het platteland zelf eigenlijk denkt over stad+land relaties.