Goed nieuws voor de Nederlandse voedselcultuur!
Terwijl in landen om ons heen overal overdekte versmarkten zijn te vinden, miste Nederland lange tijd een dergelijk sociaal-economisch centrum van lokale voedselcultuur.
Deze markthallen, zoals in Barcelona (Boqueria), Boedapest, maar ook London (Borough market) en Berlijn (Markethall Neun), ontstonden in de 19e eeuw om in de, door de industriële revolutie sterk groeiende, steden de verkoop van verse producten te reguleren. Men vond dat mensen moesten worden opgevoed. Voedsel kopen deed je op een beschaafde manier in een mooi gebouw dat de status van de stad weerspiegelde.
In Nederland hadden we die behoefte schijnbaar niet. In Nederland vinden we de waag, de vismarkt (een overkapping) maar veel verder kwam het nooit. Misschien omdat in ons land de centrale overheid traditioneel al vrij sterk en goed georganiseerd was waardoor misstanden op open markten minder vaak voor kwamen. Nederland bleef trouw aan de wekelijks markt in weer en wind! Maar in rap tempo lijkt daar nu verandering in te komen. Op allerlei plekken in het land duiken initiatieven op en worden plannen besproken voor overdekte markthallen.
Rotterdam heeft sinds oktober de bekendste markthal. De stevige communicatiecampagne van Rotterdam heeft ervoor gezorgd dat het niemand binnen en buiten Nederland zal zijn ontgaan. Hoewel een fantastische hal met een spectaculair plafond is het nog maar de vraag of dit vastgoedproject zich daadwerkelijk zal ontpoppen tot een echte markhal. Een plek waar veel mensen samen komen om eten te kopen, verkopen en consumeren.
Een half jaar na de opening loopt het nog steeds storm met toeristen. Aan aandacht geen gebrek. Maar de eerste partijen trekken zich ook al weer terug uit de hal omdat het spektakelstuk vooral kijkers aantrekt;”kijken ,kijken, niet kopen”. Jammer, de winkels zien er fantastisch uit en het aanbod is van hoge kwaliteit. Vis , vlees, chocolade; het is een lust voor het oog. Vooralsnog lijkt de markthal geen direct concurrentie te zijn voor de reguliere ‘buiten’ markt. Deze richt zich op een ander segment. Of ook op lange termijn de markthal zich zal weten te blijven onderscheiden van deze naastgelegen markt en de eronder gelegen supermarkt is de nog te bezien. Laten we het hopen.
In tegenstelling tot deze high end, ‘flashy’ markthal zijn juist ook de bottom-up initiatieven populair. Markthallen die ontstaan in leegstaande panden, waar particulieren en het MKB zich verenigen om streekproducten en ‘of biologische producten te verkopen. Een voorbeeld is de Fenix Food Factory op Katendrecht. Enthousiaste ondernemers met passie voor hun vak verkopen hier in oude loodsen aan de kade hun producten afkomstig uit Rotterdam en ommeland. Het is een groot succes. De centrale ligging, de warme sfeer, de creatieve, levendige vibe en de zeer gemotiveerde ondernemers zorgen ervoor dat de loods altijd gezellig gevuld is.
Maar niet alleen hier is deze bottom-up markthal trend waar te nemen. Ook in andere steden schieten deze initiatieven als paddenstoelen uit de grond.
Amsterdam heeft sinds kort de Foodhallen in de oude tramremise aan de Bellamyplein in West, vlakbij het centrum. De versmarkt is vooral gericht op ter plekke consumeren van de daar bereide gerechten. Het is een luxe trendy versie van een “hawker markt” zoals je die ook veel ziet in Singapore. fot
In Den Bosch zullen de panden van het voormalige, Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch, in het Paleiskwartier door EetNL worden omgetoverd tot overdekte versmarkt. Deze markt zal volgens planning eind 2015 haar deuren openen. Overigens is dit slecht een onderdeel van het grotere samenwerkingsverband AgriFoodCapital een nieuw economisch samenwerkingsverband van de regio Noordoost Brabant.
Uniek aan een nieuwe markthal in Almere, de Homerusmarkt, is dat deze in de nog in aanbouw zijnde wijk, het Homerus-kwartier, ligt. Gemeente en initiatiefnemers hebben zich hier samen sterk gemaakt voor dit initiatief door grote supermarktketens actief te weren uit de wijk.
Wordt het hart van bijna elke Vinex wijk opgeluisterd door een supermarktgigant, hier is een traditionele markthal ontworpen waar lokale ondernemers een unit kunnen huren en/ of kopen en zo samen onder 1 dak het nieuwe commerciële centrum van de wijk vormen. Zonder enthousiasme ondernemers en een gemeente die lef durft te tonen door de vergoeding van een grote marktpartij bij vestiging in een nieuwe wijk af te slaan, was dit initiatief niet mogelijk geweest.
De meeste van deze overdekte versmarkten zijn opgezet volgens het shop-in shop principe. Dit maakt het voor detailhandel financieel makkelijker om een winkel te openen. Daarnaast zijn ze ook niet gebonden aan regelgeving qua maximaal vloeroppervlakte. De ondernemers kunnen zich onder de naam van foodhall/ versmarkt samen profileren maar zijn in wezen wel individuele kleinere winkels onder een dak. De detailhandel in deze markthallen richt zich over het algemeen op duurzaam geproduceerd voedsel, regioproducten en op een combinatie van kopen en consumeren (horeca). Er is blijkbaar vraag en behoefte aan dit soort producten en en diensten. Mensen zijn meer bewust met voeding bezig. Goed nieuws dus voor de Nederlandse voedselcultuur!
Maar ook goed nieuws voor Nederlandse steden. Deze versmarkten kunnen de band tussen stad en ommeland versterken door de verkoop en bewustwording van de productie van lokaal geproduceerd voedsel. De grootste winst is wellicht nog wel dat deze hallen een nieuw sociaal knooppunt vormen in de stad die steeds meer gebukt gaat onder leeglopende winkelstraten.