Landbouw: wuivend graan, eindeloze velden met aardappels en omgespitte kluiten vette klei. Toch is de tijd dat onze groente alleen uit de volle grond kwam allang voorbij. Het zal steeds moeilijker worden om alle monden te kunnen blijven voeden als we straks met 9 miljard zijn. Zeker nu meer dan 50% van de wereldbevolking in steden woont. Er wordt gezocht naar nieuwe oplossingen om de productiviteit per m2 op te schroeven. Het liefst zo dicht mogelijk bij de consument om zo transport kilometers te verminderen. Was in 2000 de Pig City van MVRDV nog een wild al dan niet gewenste toekomstvisie, anno 2016 zijn de eerste vertical farms in Nederland een feit.
Verse stad ging in Amsterdam op bezoek bij Growx om het fenomeen met eigen ogen te zien en te proeven.
Het begrip vertical farming is in 2010 door Dick Despommier op de kaart gezet met zijn boek: The vertical farm.
Vertical farming of te wel verticale landbouw is een verzamelnaam voor gestapelde kweeklagen in of op een gebouw waarbij het klimaat kunstmatig gecontroleerd wordt. Met de komst van nieuwe technieken zoals led verlichting is er eigenlijk geen beperking meer. Waarom zouden we de uitgespreide kassen van het Westland dan niet efficiënter , gestapeld en dichter bij de consument brengen waardoor we meer waardevol landschap overhouden rondom onze steden?
Vertical farming Internationaal
In het buitenland gebeurt het al. In Singapore produceert Sky Greens sinds 2012 op commerciële basis dagelijks 800 kilo Chinese kool, spinazie en andere groentes in 1.000 verticale torens. Ze produceren 10 keer meer opbrengst per m2 dan conventionele landbouw en de versheid is gegarandeerd: binnen 4 uur liggen de kolen en kroppen in de schappen.
De taps toelopende roterende torens (het A-Go Gro systeem) maken gebruik van natuurlijk daglicht. Singapore heeft het voordeel dat het een vrij constant klimaat heeft waar de temperatuur het hele jaar door rond de 30 graden Celsius ligt. Dat is in Nederland duidelijk niet het geval.
Daarnaast wil de overheid van Singapore graag minder afhankelijk worden van andere landen, qua water, qua energie, maar ook qua voedsel. Met 5 miljoen inwoners op 710 vierkante km, is Singapore genoodzaakt 90% van haar voedsel te importeren. Hierbij vergeleken is er in Nederland natuurlijk ruimte zat.
Een ander land waar vertical farming al commercieel succesvol is, is Japan. In tegenstelling tot Nederland, waar men al huiverig is voor groente geteeld op watten, houden ze hier juist wel van deze technisch geavanceerde en gecontroleerde manier van telen. Hier komt het succes juist voort uit de wens naar gezonde, gecontroleerd geproduceerde groente. Consistente kwaliteit en je hoeft je sla niet eens te wassen voor gebruik!
In Aizu Wakamatsu, 100 km van Fukushima, draait sinds 2015 een van de succesvolle ondernemingen in een voormalige computer chips fabriek. De eigenaar Fujitsu, nu overgestapt op agro techniek, produceert 12.000 kroppen sla per dag op 1.850 m2 vloeroppervlakte in een volledig gecontroleerde ruimte waar gebruik wordt gemaakt van Philips ledverlichting
De Nederlandse vertical farm
In het buitenland is vertical farming dus al commercieel rendabel; hoe zit dat in ons eigen land? Zijn er bij ons ( al) genoeg incentives om vertical farming aantrekkelijk en rendabel te maken?
Growx
Afgelopen maand ging Verse Stad op de borrel bij Growx in Amsterdam. Afgaand op de informatie die op de website vermeld staat, dachten we in een productiehal uit te komen. Helaas bleek dat niet het geval.
Growx heeft afgelopen jaar 1,5 miljoen euro ontvangen van het Amsterdamse Klimaat en Energie Fonds (AKEF) en Nationaal Groenfonds om in Amsterdam 1.300m2 verticale teelt te gaan opzetten. Hiermee zullen ze 180 ton aan saladegroenten en kruiden kunnen verbouwen, genoeg voor 10 a 15 grote hotels.
Voorlopig bestaat het initiatief echter enkel uit een prototype opstelling die tijdens de borrel ook nog eens leeg is. We eten namelijk, tijdens de borrel, de zelf geteelde sla. Het maakt het wel lastig je een voorstelling te maken van het groeiproces. Ook hier in Amsterdam vindt het proces plaats in een volledig geklimatiseerde ruimte onder led licht. De energiekosten blijken hoog ten opzichte van conventionele glastuinbouw: 100 W aan verlichting en 100 W aan koeling per m2. Een pand voor de productiehal is daarnaast nog niet gevonden, geeft oprichter John Apesos aan; ook de kosten voor vastgoed in de stad zijn namelijk hoog.
Dit alles maakt dat vertical farming nog niet echt rendabel is in Nederland. Als vertical farmer zul je je daarom met je product moeten onderscheiden van de conventioneel geteelde groentes. Growx doet dat door zich op een niche markt van masterchefs te richten die op zoek zijn naar iets extra’s: ultra verse producten zonder smaakverlies, met een minimale tijd tussen oogst en bord en met een smaak op maat; de afnemer bepaalt vooraf hoe nootachtig of pittig hij zijn rucola wil hebben. Daarnaast richten ze zich op community building, door een vaste kring van liefhebbers om zich heen te bouwen. De georganiseerde borrel is hier een voorbeeld van.
Urban Farmers
Hetzelfde geldt voor de vertical farm op het dak van gebouw de Schilde in Den Haag, die mei dit jaar werd geopend. De boerderij ontwikkeld door Urban Farmers richt zich door middel van het organiseren van borrels, rondleidingen en de mogelijkheid om groente pakketten af te nemen, ook op een vaste groep mensen die hun initiatief ondersteunen; de UF club. Urban Farmers is al langer actief om hun ‘Fresh Revolution’ aan de man te brengen en hebben vestigingen in meerdere landen. Naar eigen zeggen richten zij zich niet primair op productie maar meer op de verkoop van de techniek: “We sell farms not tomatoes!”
De techniek die ze gebruiken verschilt van die van Growx. UF gebruiken natuurlijk daglicht voor hun teelt (in een kas op het dak), wat natuurlijk scheelt in de energierekening. Daarnaast maken ze gebruiken van aquaponics, een eeuwenoude techniek in een nieuw jasje. Een systeem waarbij vissen de planten van voedingsstoffen voorzien en planten het water voor de vissen zuiveren. Zo sluiten ze een extra kringloop en telen ze daarnaast niet alleen groente in de kas, maar tegelijkertijd ook vis op een ondergelegen verdieping.
In de kas van 1.300 m2 en de overdekte viskwekerij van 370 m2 verwachten ze jaarlijks 50.000 kilo tomaten, sla en micro-groenten en 20.000 kilo Tilapia-vis te produceren. De website van duurzaam Den Haag geeft aan dat ze op dit moment al leveren aan lokale restaurants. In hoeverre de productie al op volle sterkte draait blijft een vraag.
Urban farming in Nederland is een feit. In hoeverre het een commercieel rendabel alternatief is voor of een niche aanvulling kan vormen op glastuinbouw of volle grond teelt, is nog maar te bezien.